Heb je even? Mooi, want even is lang genoeg om uit te leggen wat tempura is en hoe je het maakt. Tempura is gefrituurde groente, vis of garnalen in een licht knapperig beslag. Dus: kies je favoriete groenten of wat garnalen, dompel ze in een beslag en frituur ze kort. Dipsaus erbij. Klaar.

Tempura wordt meestal geserveerd met tentsuyu, een hartige mix van sojasaus, mirin (een soort rijstwijn) en dashi (een bouillon). Maar je kunt ook gewoon dippen met onze Thai Tamarind, Thai Green Chili of Thai Mango Chili Sauce.

We kennen tempura als een Japanse specialiteit, maar eerlijk is eerlijk, ze hebben het van de Portugezen. Al zeker 500 jaar geleden maakten de Portugezen peixinhos da horta (letterlijk: kleine visjes uit de tuin), gepaneerde en gefrituurde sperziebonen. Die werden vaak in de vastentijd gegeten als vlees even niet mocht.

Je zou kunnen zeggen dat het gerecht kwam aanwaaien in Japan. Halverwege de 16e eeuw raakte een Chinees schip met een paar Portugese zeelui aan boord van koers en kwam onbedoeld in Japan terecht. Toen al snel bleek dat er met de Portugezen goed in wapens te handelen viel, kregen de Europeanen een handelspost in Japan. En omdat van het een het ander komt, leerden de Japanners ook de peixinhos da horta kennen, al snel omgedoopt tot tempura. Ze maakten het beslag lichter en frituurden niet alleen sperziebonen, maar ook andere groenten, paddestoelen en vis.

De meest gebruikte tempura-ingrediënten in Japan zijn witte vis, garnalen, inktvis, champignons, groene paprika, aubergine, zoete aardappel, radijs en wortelen. Het beslag van bloem, ei, koud water en eventueel wat kruiden of maïszetmeel wordt heel kort gemengd (vaak maar een paar seconden). Er mogen dus best nog wat klonters in het beslag zitten.

Ook bij ons in Thailand is tempura populair. De Thai zijn terecht meer dan trots op hun veel geroemde Thaise specialiteiten, maar als je ze vraagt welke niet Thaise keuken favoriet is, dan zeggen ze waarschijnlijk de Japanse. Natuurlijk kun je in Thailand in restaurants sushi en ramen eten, maar ook tempura. Sterker nog, veel Thai maken het thuis. Als ze niet veel zin hebben om zelf uitgebreid te koken (en echt: dat komt zelden voor), dan hebben de meeste supermarkten kant-en-klaar tempura beslag in huis. Wat ijswater erbij en frituren maar.

In Noord-Thailand hebben ze zelfs een eigen variant: grabong. Dat is zeer dun geraspte groente (groene papaja, bamboe of Thaise pompoen bijvoorbeeld) in een beslag van rijstbloem en kokosmelk, geen gewoon water dus. Twee andere unieke ingrediënten die worden toegevoegd om de grabong op smaak te brengen zijn geraspte kokosnoot en currypasta.

Als je in Japan naar een wat sjieker tempura-ya restaurant gaat, bereidt een gespecialiseerde kok de tempura waar je bij zit. De kok maakt er telkens een tegelijk. Je krijgt eerst lichtere tempura zoals garnalen, en dan daarna tempura met een sterkere smaak. Meestal wordt er rijst of noedels, wat zuur en miso-soep bij geserveerd.

Toch hoef je er thuis echt geen rekening mee te houden of je eerst de wortel of aubergine eet, en je kunt tempura ook prima als snack eten. Gewoon uit het handje. Zorg er alleen wel voor dat je de tempura niet te veel laat afkoelen. Knapperig en warm zijn ze echt het lekkerst!